You are here

Photo by Val Vesa on Unsplash

Een sterke openingszet

Photo by Val Vesa on Unsplash

Een van de meest essentiële kenmerken van het oplossingsgericht werken is dat we een sessie steeds beginnen met de vraag naar de gewenste uitkomst. Onze Engelstalige collega's vragen: “What are your best hopes from this session?”, en niet “for this session” om duidelijk te maken dat het niet gaat om de beste verwachtingen voor het gesprek zelf, maar wel m.b.t. de uitkomst van het gesprek: het verschil dat het zal maken. In het Nederlands zijn er verschillende mogelijkheden. Wij verkiezen iets in deze zin:

“Stel dat deze sessie een belangrijk verschil maakt in jouw leven, wat hoop je dan dat er anders zal zijn?”

of

“Waaraan zal je merken dat deze sessie een positief verschil heeft gemaakt?”

De vraag naar de gewenste uitkomst is onze openingszet. Dit geeft onze cliënten meteen de kans om zich te richten op wat ze willen i.p.v. wat ze niet willen. Net zoals in het schaken een gambiet de tegenspeler verleidt om mee te gaan in onze strategie, willen we met onze openingsvraag de kans op ‘solution talk’ meteen al vergroten. 

Het verschil tussen een wens en een doel

Het gaat om een wens en geen doel. Een doel wordt bepaald vanuit een probleem. Daarom behoort het najagen van doelen, hoewel toekomstgericht, niet tot een oplossingsgerichte benadering. Een wens verstaan we als een beschrijving van wat er anders zou zijn indien het probleem er niet meer zou zijn. Om een eenvoudig voorbeeld te geven: mijn doel is bijvoorbeeld om maandelijks een artikel te schrijven over Solution Focus. Ik kan dat gaan inplannen en waken over mijn discipline. Mijn wens is echter om bij te dragen tot de ontwikkeling en verspreiding van het oplossingsgericht werken. Het doel voelt als een moeilijke taak aan. De wens daarentegen als een roeping die vleugels geeft.

Gambiet geweigerd

Echter, zoals in het schaken de tegenpartij niet altijd op de gambiet ingaat, kan het ook in het oplossingsgerichte gesprek voorvallen dat de cliënten de vraag beantwoorden met een omschrijving van: 

  • (probleembeschrijving) wat er niet goed gaat. Vb. “Mijn baas ondermijnt mijn zelfvertrouwen.”
  • (verwachting) wat ze van jou verwachten. Vb. “Dat ik me begrepen voel door jou en dat je me niet veroordeelt.”
  • (vraagstuk) een topic dat moet opgelost worden. Vb. “Dan zou ik weten of ik mijn huidige job behoud of beter vertrek.”

Als oplossingsgerichte begeleider accepteren we uiteraard het antwoord van de cliënt, erkennen de nood, waarderen we sterktes maar gaan we vervolgens wel weer onderzoeken wat de gewenste uitkomst is: 

  • (@probleembeschrijving) wat ze daarvoor in de plaats willen in hun leven. Vb. “Ik wil vol vertrouwen in mijn job staan.”
  • (@verwachting) het verschil dat dat zal maken én (opnieuw) wat ze anders willen in hun leven. 
  • (@vraagstuk) naar het verschil dat die bespreking of dat antwoord zou maken in hun leven. Vb. “Ik weet dat ik de juiste keuzes maak voor mijn leven.”

De gewenste uitkomst bepalen is cruciaal om oplossingsgericht te kunnen werken. Het opent de mogelijkheid voor de cliënten om vanuit hun eigen perspectief te gaan verkennen van wat ze (anders) willen in hun leven. En uiteraard weten we ook pas wanneer de cliënt op deze vraag heeft geantwoord waar de coaching over moet gaan.

Probleem-kramp vs oplossings-chill

 In al de andere gevallen gaan we niet oplossingsgericht maar eerder probleemoplossend te werk. Veel andere approaches werken probleemoplossend en boeken daar ook successen mee. Daar is dus niets mis mee, maar het is niet oplossingsgericht.

Om terug te keren naar onze voorbeelden:

  • (probleembeschrijving) De coach probeert het probleem te begrijpen en zoekt (al dan niet samen met de cliënt) naar een oplossing voor het probleem,
  • (verwachting) De coach richt zich op wat de cliënt van hem/haar verwacht.
  • (vraagstuk) De sessie wordt een zoektocht naar de juiste oplossing van het vraagstuk.

Tijdens trainingen stellen we vaak vast dat coaches bij het horen van de problemen of dilemma’s van de cliënt in een soort probleemkramp geraken: “Hoe moeten we dit oplossen?”. Opeens is het vertrouwen zoek en scannen hun brein af naar nuttig advies of het nummer van een expert terzake. Daar tegenover staat de Oplossings-chill… dat wil zeggen een groot vertrouwen van de begeleider dat een oplossingsgericht gesprek het beste is wat hij kan doen om een cliënt te helpen.

Werkbare wensen

Hoe weten we nu dat we een werkbare ‘wens’ te pakken hebben in het begin van ons coachingsgesprek? Enkele hints kunnen ons hierbij helpen.

  1. De wens wordt ‘positief’ uitgedrukt en is dus geen negatie van het probleem.
    Vb. Ik voel me zeker in mijn werk. vs. Ik zou niet zoveel twijfelen in mijn job.
  2. De wens heeft met de cliënt te maken.
    Vb. Ik zou willen dat mijn baas stopt met zeuren. vs. Ik wil mij goed kunnen concentreren en werk gedaan krijgen.

Vroeger voegden we op Ilfaro ook de voorwaarden eraan toe dat de wens ook concreet moest zijn, maar daar zijn we van afgestapt. Het concretiseren gebeurt immers verderop in het gesprek, bij het verkennen van de gewenste toekomst.

Wat gebeurt er nadat we een gewenste uitkomst hebben bepaald?

In de oplossingsgerichte aanpak gaan we vervolgens:

  1. de cliënten wat beter leren kennen, met oog op de troeven die ze ter beschikking hebben die hen helpen bij het realiseren van hun wens,
  2. de cliënten helpen om een doorleefde beschrijving te geven van die gewenste situatie. Deze beschrijving helpt om nieuwe mogelijkheden te ontwaren… en eens de cliënten deze inzien, hebben ze in de realiteit op zijn minst de keuze om dingen anders aan te pakken.
  3. verkennen wat er al aan het veranderen is in de richting van de wens a.d.h.v. een schaalvraag. Het gaat ‘m hierbij niet om het meten of vaststellen hoe ver iemand al gevorderd is of nog af staat van zijn doel. Dan maken we het punt op de schaal te statisch. Het gaat wel om het identificeren welke de voortstuwende factoren zijn die reeds aanwezig zijn. We verkennen ook of er in de nabije toekomst ook zaken op til staan die verandering gemakkelijker gaan maken.
  4. inzoomen waar de cliënten aan zouden merken dat ze verdere vooruitgang aan het maken zijn.
  5. Voor we het gesprek afronden vragen we nog aan de cliënten of er nog iets besproken dient te worden om dit gesprek nog extra nuttig te maken.
  6. Het gesprek ronden we af met een waarderende terugblik op wat gezegd werd.

Wil je meer leren over deze aanpak dan kan je zeker terecht op een van onze basiscursussen of op een SF toepassingsdag. Wil je deze methode nog verder onder de knie krijgen, check dan even onze verdiepingscursus Oplossingsgericht Coachen.